Kenosis
Jezelf leegmaken om vanuit verbinding iets te laten ontstaan dat groter is – voor mij is dit een vanzelfsprekend proces wanneer wij het energetisch veld, dat door Annette Polman en Hans Blokker wordt ‘gebalanceerd’, testen en verbinden met de tien punten op Schiermonnikoog. Inmiddels doen wij dit met ons drieën: Annette Polman, Petra en ik. Wij zijn de terugkerende dwaalgasten binnen de mensenecologie van dit eiland. Kennelijk stralen wij iets uit binnen die populatie, want tijdens het werk heeft nog nooit iemand gevraagd wat wij eigenlijk aan het doen zijn. Meestal verplaatsen onze soortgenoten zich stilletjes en laten zij ons begaan.
Meer specifiek bedoel ik het energetisch leegmaken voordat wij aan de slag kunnen en in twee of drie dagen alle punten opnieuw bezoeken. De rationalist in mij vraagt telkens om uitleg van deze woorden, maar die uitleg schiet altijd tekort. Wat ik tijdens het meten ervaar, is dat ik werkelijk op het eiland ben: ik zie scherper, voel mij verbonden, en wij nemen met elkaar telkens opnieuw dezelfde in- en uitstraling waar. Het brengt een bevrijdend gevoel – los van die kritische buiten- én binnenwacht die voortdurend antwoorden en verklaringen zoekt. Door samen over het eiland te fietsen, te lopen, stil te staan en de snaren in de natuur – tussen de woorden – te horen trillen, ervaar ik de betekenis van wat wij doen. Naast die bevrijding is er ook de gedrevenheid: het besef dat wat wij doen zin heeft.
Elke ronde toont aan dat het veld meer in balans komt. Toch blijft bij elk punt een zekere belasting sluimeren. Of die belasting bij de Oostpunt bijvoorbeeld te maken heeft met de destructieve plannen voor de aanleg van de pijp voor de stroomkabel, valt binnen de logica van het veldwerk niet vast te stellen. Tijdens het dynamische proces van het testen zelf komen daar geen antwoorden op; een tendens wordt pas zichtbaar nadat zij is doorleefd en verwerkt.
Dat de pijp met geweld, in het volle licht en met hardheid door de maagdelijke natuur bij paal 14 wordt geboord, zal onmiskenbaar schadelijk zijn. Toch blijft een moeder met wonden of littekens haar vruchten dragen – dat is inherent aan de natuur en haar dynamiek. Waar mogelijk schept zij steeds opnieuw leven, in een kwetsbaar momentum dat de pijp niet kent. Dat voelde ik heel sterk tijdens een natuuropstelling eerder op Schiermonnikoog over dit onderwerp.
Thuis in Amsterdam las ik in De heilige natuur van Karen Armstrong (2022) over het begrip kenosis – ‘leegmaking’ – uit de Griekse oudheid. Kenosis, het zelfverlies dat nodig is, staat haaks op de verheerlijking van het eigen lichaam en bewustzijn, zoals die optreedt wanneer yoga en mindfulness zich nestelen in een individualistische cultuur als de onze. Niet in macht, maar in kwetsbaarheid manifesteert zich de goddelijke natuur.
Een krachtig teken gaven milieuactivisten door zwarte vlaggen te plaatsen op het strand waar de pijp moet komen. De pers schonk er ruime aandacht aan, waardoor de urgentie zichtbaar werd voor een breder publiek. Niet altijd is de houding van milieuactivisten zo geweldloos als die op Schiermonnikoog. Hoe kenosis het verschil kan maken, laat Armstrong zien aan de hand van historische voorbeelden van mensen als Nelson Mandela, Mahatma Gandhi en Martin Luther King – geen heiligen, maar diep menselijke figuren. Een juist begrepen kenosis bevrijdt van verblinding; zij opent de weg naar nieuw inzicht en een vernieuwde perceptie van de wereld (Armstrong, 2022, p. 73).
Zonder iets af te doen aan het goede werk van activisten is voor mij Annette iemand die dit voorleeft, zonder er bekendheid aan te geven. Wat ik ontdekte: eenvoudig leven is geen offer; het is bevrijdend om deel uit te maken van een groter geheel. Ook het verlies van ego is geen offer. Zielen die samensmelten, zoals klanken die samen één lied vormen met de natuur.
Tijdens een van de laatste dagen hief Petra een lied aan, terwijl Annette en ik zwijgend naar de Kobbeduinen fietsten. Zonder wind in de rug was het iets anders dat ons voortstuwde.
Heilig, lees ik in hetzelfde boek van Armstrong, betekent in het Hebreeuws ‘anders zijn’. Heiligheid gaat niet over aanbidding of heelheid, maar over datgene wat zich onderscheidt van het alledaagse. Het is een ervaring die ons uit onze comfortzone haalt en ons tegelijk aantrekt – wat Rudolf Otto (1917/1958) beschreef als het mysterium tremendum et fascinans. Het is geen zachte harmonie: de natuur kan evenzeer woest en wreed zijn, zowel slachtoffer als vernietiger.
Het is dan ook niet vreemd dat aan het einde van onze samenwerking juist de mensen opeens zo anders lijken. De sporters in lycra, de bushman met grote blauwe waterzakken op weg naar hun overnachtingsplek – ieder met zijn eigen, zelfgekozen competitieve doel.
Koers zetten naar huis, net als de trekvogels – precies die beweging bracht ook mij naar Schiermonnikoog. Nooit meer stoppen met ontmoeten: tussen de soorten. Interesse is al zoveel. Die opening, maal honderd, en de ruimte die dan ontstaat is immens. Ruimte voor creatie. Zonder aanbidding, maar vanuit verwondering. Om mooi Schier, en om hoe fijn het weer was met elkaar.
Willemiek, Amsterdam – 7 november 2025
📚 Bronnen
- Armstrong, K. (2022). De heilige natuur: De wederontdekking van het heilige in de wereld om ons heen. Amsterdam: Uitgeverij Atlas Contact.
- Otto, R. (1917/1958). Das Heilige: Über das Irrationale in der Idee des Göttlichen und sein Verhältnis zum Rationalen. München: C.H. Beck.
