Wat zegt de zee?
Nu mensen een hoogspanningskabel door Schiermonnikoog willen trekken?
We vroegen het in een familieopstelling, waar de stemmen van de natuur samenkomen als delen van één groot geheel. Wind, zand, getij – ook zij lieten zich horen. En de mens luisterde, eindelijk.
De Zee
“Ik ben groot, krachtig, eeuwig aanwezig. Zuiverheid en de glinstering van wit zand is wat ik nodig heb. Ik heb een haat-liefde verhouding met zand. We spelen samen. Waar zij is, ben ik niet. Respect verdien ik, want ik ben groots, een deel van het kosmische spel. Als je een geul graaft door het zand, vul ik die op.”
De Wind
“Mijn ziel leeft in het samenspel. Het wonder dat ontstaat als ik los zand ontmoet – een onvoorspelbare dans die nooit eindigt. Ook met de zee speel ik, stuw ik golven, laat ik schuim zingen op de kust. Dit is mijn essentie: de magie van samenkomen, van creëren zonder te weten waar het zal eindigen.”
Het Zand
“Ik ben overal. Boven en onder water, altijd in beweging. Ik dans met de zee, de wind, het tij. Ik ben een thuis voor mensen, en ik hou van hen. Samen kunnen we prachtige dingen maken. Maar soms houden ze me tegen, belemmeren mijn vrijheid. Dan kom ik in opstand.”
Het Getij
“Eeuwigheid is mijn naam. Ik ben afstandelijk, maar niet koud. Liefdevol verbind ik me met de bodem, want die is niet anders dan ik. De bodem is groots, zoals de hemel vol sterren. Maar ga er bedachtzaam mee om: zo’n ingrijpende verstoring, doet de balans is verdwijnen.”
Het Bodemleven
“Diep in mij krioelt het van leven, een massa die trilt, een cyclus die nooit eindigt. Als een geul door mij heen wordt gegraven, breekt iets fundamenteels. Een wereld die nooit eerder aan het licht kwam, wordt blootgelegd en vernietigd. Mijn essentie, het cyclische, verdwijnt – en daarmee mijn ziel.”
De Zeehond
“Nieuwsgierig verken ik mijn omgeving. Ik geniet van de elementen, van het leven. Verstoringen geven mij stress. De aanleg van zo’n kabel is anders. Onvoorstelbaar. Te groots. Mens, kijk naar mij: respecteer je omgeving. Die is groter, sterker dan jij.”
De Strandplevier
“De oostpunt is mijn laatste toevlucht. Hier leef en broed ik, al wordt het steeds drukker met mensen en honden. Als de hoogspanningskabel komt, ben ik vertrokken. Ik weet niet of ik ooit nog terug zal komen.”
Eeuwigheid
“Mens, je wilt spelen voor God. Je wilt heersen over ons, maar dat is niet jouw plek.”
De Mens
“Ik handelde blind. Ik zag niet dat jullie er al waren, veel eerder, veel groter. Nu ik het zie doet het me verdriet. Ik vraag om vergeving – van de zeehond, van de strandplevier. Ik wil kleiner worden, nederiger, en leren van jullie, de krachten die mij omringen, zodat wij mensen en de natuur weer in harmonie kunnen dansen.”
Laatste fluistering
De natuur spreekt, maar luistert de mens? Schiermonnikoog zucht, eeuwigheid waakt. Wie voor God wil spelen, vergeet: hij is slechts zand, tijdelijk gevangen in een lichaam.